De zorg maakt zich zorgen over zorguitval. Blijkbaar gaan mensen om financiële redenen minder naar de dokter of de tandarts. En dat kan betekenen dat de zorg die deze mensen uiteindelijk toch nodig hebben, duurder is omdat de aandoening complexer of ernstiger is geworden.
Ik ben ervan overtuigd dat het vaak niet alleen een financiële keuze is. Natuurlijk kan ook ik niet in de portemonnee van een ander kijken en begrijp ik heel goed dat sommige keuzes heel lastig zijn, vooral voor de minima. Is er überhaupt een keuze mogelijk als de noodzakelijke rekeningen nauwelijks betaald kunnen worden, de boodschappen al sober zijn en een eigen bijdrage voor een behandeling wordt gevraagd van € 200,- of wanneer deze ten laste komt van het eigen risico?
Maar er is ook een grote groep die wel de financiële draagkracht heeft om de keuze voor een behandeling te maken, zeker wanneer het gaat om pijn of een functionele beperkingen. Maar wanneer het gaat om preventie of een mate van ongemak, heeft het vaak geen prioriteit. En dat is jammer, zeker nu het aanbod en de vergoeding van preventie steeds beter is geregeld.
Het is aan zorgverleners en het team om hier actief wat aan te doen. Niet alleen door informeren en aanbieden maar vooral door preventie te laten ervaren. Ervaringen die vervolgens worden gebruikt om de grotere groep te bereiken. Nu mensen steeds meer af gaan op referenties en beoordelingen, moeten we dat meer gebruiken in de praktijk: “Als ik toch een controle afspraak had gemaakt , waren het vast geen vier gaatjes geworden !” of “Als ik eerder een afspraak had gemaakt, was het met een antibiotica kuur nog te behandelen geweest”. Net als voor patiënten geldt het ook voor ons: als we ons ergens zorgen over maken, moeten we in beweging komen